1. Een serie cartoons, door de kunstenaar Michiel Burger gedicteerd aan de vakman William Lutgens. Waar deze serie inhoudelijk niet meer dan een voorzichtige aanzet tot een lofzang op de hypocrisie wil zijn, is het door beide heren gehanteerde onderscheid van groot belang.
2. "Er valt niets te prijzen, niets te veroordelen, niets aan te klagen, maar veel dingen zijn belachelijk. De tijdperken zijn zwakzinnig. Domheid en meedogenloosheid zijn een dagelijkse behoefte geworden. Het leven is een hopeloosheid waarin alles uiteindelijk wel krankzinnig móét worden. Wij hebben niets anders mee te delen dan dat we erbarmelijk zijn." (Thomas Bernhard)
3. De fictie van het moderne kunstenaarschap suggereert dat een kunstenaar in vrijheid tot het bedenken en maken van dingen komt. Die dingen moeten nutteloos zijn. Aangezien nutteloze zaken verdwijnen is een kunstwerk niets anders dan een ding dat verdwijnt. Of – en dat is veel erger – een nut vindt. Daarnaast zijn er ook nog vakmensen. Figuren die bij het maken en bedenken van dingen inspelen op de een of andere behoeftigheid, (die zoals altijd voortkomt uit angst. Angstremmende producten zijn op te delen in drie categorieën, manipulatiemiddelen, pronkobjecten en pijnstillers). Het begrip kunstenaar moet wel volkomen leeg zijn, aangezien een kunstenaar niet kan bestaan en een vakman helemaal geen kunstenaar is. Een barre omstandigheid die de cynici onder ons zal doen inzien dat men vakman moet zijn, maar kunstenaar moet lijken.
(2016-2020)